Heel gewoon
Van lollies likken krijg je lol.
Van bitterkoekjes bijten kijk je bitter.
Van zoethout zuigen blijf je zoet.
Van toffees eten word je tof.
En van sjieken word je sjiek.
Ik blijf een heel gewoon kind.
Ik mag niet snoepen.
(uit: Zuurtjes en zoetjes, Riet Wille, Lannoo, Tielt, 1984)